Ceciel Brand was een inspirerend model, niet alleen voor Psychomotor maar ook voor deelnemers van lessen bij Nol Kroes en vele anderen. Als ‘man met de camera’ op Psychomotor-avonden raakte ik – en ik was de enige niet – in de ban van haar.
Hoe kijk ik terug naar een foto waarvan ik weet dat het Ceciel is als model tijdens een schilderles op de Vrije Academie? Ik herken haar aan haar houding ondanks de korrel van de foto. Maar ik heb nog alles in mijn geheugen opgeslagen: haar amandelvormige ogen, haar zwarte sluike haar waarvan er altijd een punt in haar nek hing alsof ze op het punktijdperk vooruit liep en haar voorkeur voor kimono-achtige Indiase kleding met bijpassende thee.
Terug naar de korrel, de hoeveelheid korrels waarin ik dacht Ceciel te herkennen. Het was een ‘grainy’ tijd waarin we in de materie leken te verdwijnen en de geestverruimende middelen hielpen daar een handje aan mee. Als ik naar een Perzisch tapijt keek tijdens een trip wist ik van te voren dat daar een hele levende dierenwereld uit te voorschijn zou komen. Het was de tijd van de zeefdruk, de rasters, de korrel, die ook het filmbeeld tot leven liet komen.
In de tijd van nu laten we onze vinger over het gladde oppervlak van een smartphone glijden. Er is geen korrel, geen oneffenheidje meer te bekennen op het beeld dat onder je handen wegglijdt. Niet alleen de Noordpool smelt maar het beeld kan zich ook nergens meer aan vasthouden. Het is als een ijsschots, die in water oplost. We gaan van vast naar vloeibaar en er is geen Dali meer die de tijd in de vorm van een horloge aan een tak te drogen hangt.
Ceciel heb ik in visueel opzicht opgeslagen en bij me gehouden.
Ik lijk wel een blinde, die het van zijn geheugen moet hebben, van de beelden, die hij heeft vastgelegd van waaruit hij een betekenis hoopt te destilleren en van te voren weet dat het een zinloze onderneming is. Hij zal blind blijven, blind voor wat hij gezien heeft, want zijn geheugen zal voortdurend de context van dat zien veranderen. José Saramago schrijft daar mooi over in zijn boek Stad der Blinden. Over ogen die nog even kunnen zien.
Ceciel vertelde me laatst hoe zij als model foto’s heeft gemaakt van de mensen, die haar probeerden te schilderen of tekenen. Kijken of bekeken worden en over alles wat er in dat spanningsveld gebeurt.
Ik moet hierdoor gelijk aan een modelsessie denken waarbij het model naar ons keek, dus echt aankijken, tijdens het tekenen. Dat was ook een heel vreemde gewaarwording! Mooi stuk, erg herkenbaar.
Mooi Paul!