Den Haag telt ongeveer 450 beelden in haar parken, straten en pleinen. Zo’n tweehonderd daarvan zijn vervaardigd door oud-leerlingen of docenten van de Vrije Academie. Een aanzienlijk aantal! Is het ook te zien? Met andere woorden, is er een verschil tussen Vrije Academie-beelden en andere sculpturen?
Tussen 1960 en 1990 plaatste Den Haag een enorme hoeveelheid beelden in de buitenlucht. Dat had alles te maken met de toen geldende percentageregelingen en de toen functionerende BKR. Meestal werd gekozen voor een kunstenaar uit de eigen stad, omdat gemeentes het liefst de ‘eigen’ kunstenaars ondersteunden. Na de afschaffing van de BKR in 1987 kantelt dat beeld, de overwegend Haagse inbreng stopt. Na 2000 kiest Den Haag bewust voor nationale en internationale toonaangevende kunstenaars. Dat zie je duidelijk terug in het Sokkelplan op de Grote Marktstraat en Spui.
Iconische beelden in het Haagse stadsgezicht
Dus dat we onder de Haagse beelden zoveel Vrije Academie-beelden tegenkomen, kan kloppen, want tot ca 1990 kwam ongeveer de helft van de Haagse kunstenaars van de Vrije Academie. De meest vertegenwoordigde beeldhouwers in Den Haag zijn (in deze volgorde): Jan Snoeck, Rudi Rooijackers, Bram Roth, Berry Holslag, Theo van der Nahmer, Lon Pennock en Phil van de Klundert. Allemaal kunstenaars die aan de Vrije Academie verbonden waren, op Bram Roth na die docent aan de Koninklijke Academie was.
Een aantal typisch iconische Haagse beelden komt van leerlingen van de Vrije Academie. Denk bijvoorbeeld aan het aangrijpende Indisch Monument, vervaardigd door Jaroslawa Dankowa, of de beroemde Zebraklok van Jaap Karman die decennia voor het Centraal Station van Den Haag heeft gestaan. Deze klok komt gelukkig weer terug na afronding van de verbouwingen op het Centraal Station. Of aan Jan Snoecks beelden voor het ziekenhuis Westeinde. En niet te vergeten het enorme kunstfruit van Phil van de Klundert dat vroeger als een omgevallen fruitmand voor het Leyenburg Ziekenhuis lag. Nu is daar alleen de reuzebanaan nog van over.
Broodje ‘rail’
Wat zeker opvalt is dat Vrije Academiebeelden vaak speels zijn, een knipoog laten zien, een grapje in zich hebben. Soms zijn ze multifunctioneel, als speeltoestel of zitbank. Toch is er ook abstract-constructivistisch werk, de bekende roestvrij stalen plaat of buis met bocht of knik. Maar nooit zo dodelijk serieus dat er alleen maar formele harmonie te beleven valt. George Lampe was in 1971 al trots op zijn leerlingen, toen ze met studenten van zeven verschillende kunstacademies een tentoonstelling hadden ingericht met behulp van afgedankt spoorwegmateriaal. Alléén de leerlingen van de Vrije Academie hadden zich toen niet geuit in het gangbare, serieuze abstracte formele idioom, maar waren uit de hoek gekomen met artistieke grappen zoals het ‘broodje rail’ en op water drijvend treinspoor. Zoiets zie je ook wel terug in Den Haag. Denk aan de auto die tegen de gevel is opgereden van Theo van Laar in de De Heemstraat of Witte de With, bovenop een trammetje, van Aris de Bakker.
De Rode Loper van het kunstenaarscollectief Henk van der Plas, Fred van de Walle en Peter ten Hoorn lijkt op het eerst gezicht een puur formeel werk, maar is bij nader inzien toch ook een speelse knipoog. Ook het werk van Lon Pennock lijkt puur formeel, maar toont daarnaast ook altijd een spannend spel met balans.
hallo, ik wil jullie even op attent maken dat er op de Rade een aantal beelden staan van kunstenaars die de vrije academie hebben gedaan. De beelden zijn van diverse kunstenaars, 7 in totaal. en drie stuks kunstige bankje ook ontworpen door de kunstenaars. Graag wil ik hiervoor wat aandacht voor vragen! Groeten MaRy Bezembinder, woont op de Rade.