Dit jaar is het 70 jaar geleden dat Theo Bitter samen met Nol Kroes, Frans de Wit, Jan van Heel en Willem Schrofer de groep Verve oprichtte. Zij nodigden nog vijftien andere kunstenaars uit. Deze kunstenaars kenden elkaar deels van de Vrije Academie, deels omdat ze elkaar tegenkwamen bij Pulchri of de Haagse Kunstkring. Allen hadden hun blik op Parijs gericht. Een aantal van hen had ook enige tijd in Parijs gewoond, werkend of studerend. Maar wát deze kunstenaars ook uit Parijs meenamen, ze verwerkten het allemaal op hun eigen, specifieke manier.
Een manifest waarin het belangrijkste uitgangspunt ontbrak
Er was een heus manifest dat deze twintig kunstenaars met elkaar verbond. Heel schokkend waren de punten in het manifest overigens niet. Men sprak over ‘het verlangen om door persoonlijk contact verschillende bevolkingsgroepen te bereiken en te beïnvloeden’. De kunstenaars wilden deel hebben aan de vooruitgang. Maar ze wilden ook ongebonden zijn. De groep Verve zou sociaal en progressief zijn. ‘ Sociaal omdat zij maatschappelijk een bindende rol zullen spelen, progressief omdat het programmapunt: terug naar… ten ene male ontbreekt. ‘
Het belangrijkste punt stond misschien wel níet in het oprichtingsmanifest. Het lijstje leden was zorgvuldig samengesteld en kunstenaars die abstract werkten, waren niet uitgenodigd. De oprichters spraken hier weliswaar niet over, het viel kunstcritici evengoed wel op tijdens die eerste tentoonstelling in Esher Surrey (oktober 1951). ‘Nieuw expressionisme’ was een term die de kunstcritici in de mond namen. Zodra het woord figuratief als verbindend element echter was gevallen, bleek het alweer achterhaald. Lampe en Bouthoorn leverden steeds meer abstract werk in en toen Chris de Moor zich in 1956 aansloot, zat ook hij in een abstraherende fase.
Geen voorschrift, geen richting
In 1956 vond er in het Postmuseum een expositie plaats ter gelegenheid van het vijfjarig jubileum. In de catalogus bij de exposities schreef directeur Wijsenbeek van het Gemeentemuseum (nu Kunstmuseum Den Haag) vol enthousiasme over Verve: er was geen voorschrift, er was geen richting, er was slechts drang om kunst te scheppen. Hij stelde voor de geuzennaam Nieuwe Haagse School te legaliseren. Waren er onder de zes winnaars van de Jacob Maris-prijs de afgelopen jaren niet vier Verve-leden? Maar zulk een succes belooft niets voor de toekomst, voegde hij daar haastig aan toe.
Nee, inderdaad. Een jaar later gingen de leden van Verve uiteen. Uit elkaar gegroeid in hun verlangen om kunst te maken. Maar het bloed kroop waar het niet gaan kon: twee-en-een-half jaar later richtte George Lampe de volgende club alweer op, Fugare, met voor het grootste deel dezelfde kunstenaars. Met dit verschil dat zij direct stelden: ‘wij zijn abstract, abstraherend of experimenteel bezig.’
Vrije Academie-kunstenaars bij Verve:
Kees Andrea | Herman Berserik |Jan van Heel | Nol Kroes | Willem Schrofer | Ferry Slebe | Co Westerik | Theo van der Nahmer | Rudi Rooijackers | Wil Bouthoorn | George Lampe | Christaan de Moor | Aart van den IJssel | Frans de Wit