Op de stoel van Mesdag en zijn vrienden

Vrijdag 10 januari 2020.

We zijn hier net weg. Op deze stoelen en aan deze tafel in de bestuurskamer van Pulchri zaten heel lang geleden ook Mesdag en zijn kunstenaarsvrienden. Ik verruil mijn stoel aan het begin van de vergadering, omdat de zitting ervan die mij naar links doet hellen, doorgezakt is. Ik stel me zo voor dat er in die 125 jaar naar schatting, niets of weinig is veranderd aan het interieur en er alleen maar dingen bijgekomen moeten zijn, die men kwijt moest. De bestuurskamer heeft iets weg van een museum.
Zo zijn er meerdere staande klokken te zien, die allang de tijd niet meer aangeven.

Bestuurskamer in Pulchri, Den Haag
Bestuurskamer in Pulchri, Den Haag



We vergaderen hier over de komende Vrije Academie Manifestatie.
’We’ zijn vertegenwoordigers van Pulchri en de Haagse Kunstkring die dankzij Saskia Gras, die een boek over de Vrije Academie heeft geschreven, en Wouter van de Kam die haar heeft uitgenodigd hier een tentoonstelling over te maken, bijeen zijn.
Saskia heeft ervoor gekozen om in het bijzonder de periode 1947 – 1982 uit te lichten, de tijd waarin Livinus van de Bundt en George Lampe directeur waren.

Ook dat is al weer heel lang geleden en daarom zijn we ook benieuwd naar hoe jonge kunstenaars van nu naar die tijd van toen kijken. We hebben hen gevraagd met ons mee te kijken naar het werk uit die periode en zelf werk of kunstenaars van nu voor te stellen om met ons mee te doen in een expositie. Op die manier gaat die expositie ook over het experiment van toen en het experiment van nu.

Trappenhuis (George Lampe)
Trappenhuis (George Lampe)

Wat doet de tijd met een kunstenaar en wat doet een kunstenaar met de tijd?
Het zijn intrigerende vragen, die wij ons bij het maken van deze tentoonstelling over de Vrije Academie stellen. We houden er ook een symposium over en organiseren workshops waarin het begrip tijd een rol speelt: in film, in fotografie, in geluid maar ook in theater en performance naast de meer klassieke kunstdisciplines.
Het is het brede spectrum waar Livinus van de Bundt en George Lampe oog voor hadden en er de wegbereiders van waren. De relatie tussen kunst en maatschappij en het gewoon ‘doen’ stond voorop. Als je een idee had, begon je gewoon.
Kunstenaars van nu zijn op een heel andere manier met de relatie tussen kunst en de maatschappij bezig. Je zou kunnen zeggen dat zij zich eerder verantwoord opstellen, hun werk meer woorden bevat, meer uitleg nodig heeft en de connectie met het beeldend aspect van hun werk niet direct duidelijk is of hoeft te zijn.

Heeft deze tijd, waarin economische motieven en het zoeken naar waarden en eigen identiteit een grote rol spelen, daar dan invloed op of weet de kunstenaar zich daaraan te onttrekken?
Het zijn vragen, die op tafel zijn blijven liggen of door ons verwoord werden toen we daar vanmorgen aan die tafel en op die stoelen zaten, die je op de foto ziet.

Paul de Mol