– door Erik de Boer –
In de jaren zeventig van de vorige eeuw deed in Rijswijk de volgende mare over Livinus van de Bundt de ronde:
Livinus van de Bundt, directeur van de Vrije Academie van 1947 tot 1968 woonde van 1952 tot 1979 in Rijswijk op de buitenplaats De Voorde. Met zijn vrouw Miek en zijn zoon Jeep.
Daar ontwikkelde hij onder meer een soort lichtmachine waarmee je met licht boodschappen kon decoderen. Deze machine bestond onder meer uit een fietswiel en een broodplank. Het verhaal gaat dat er op zeker moment een man bij De Voorde aanbelde met het verzoek of hij de opstelling van de lichtmachine in de kelder van de buitenplaats mocht zien. Livinus was op dat moment niet thuis. De vrouw van Livinus, Mieke van der Burgt, deed open en liet hem binnen.
De geheimzinnige man, die volgens daaropvolgende geruchten, een CIA-agent bleek te zijn, onderzocht de opstelling van Livinus grondig en verdween vervolgens in het niets. Zoals dat betaamt voor CIA-agenten.
Even los van de werkelijkheid. Maar zou het nou echt zo kunnen zijn dat Livinus een bijdrage heeft geleverd aan de wijze waarop er thans internationaal gespioneerd wordt?