– door Leo van der Kruk –
Nol Kroes overleed in 1976. Samen met George Lampe ging in naar het woonhuis van Nol aan de Riouwstraat in de Archipelbuurt in Den Haag om te condoleren en afscheid van Nol te nemen. Nol stond opgebaard in zijn atelier op de parterre en zijn laatste schilderij stond op een ezel naast hem. George en ik waren behoorlijk aangeslagen!
Een paar dagen later gingen George en ik samen met Jan van Vliet, de conciërge, in het busje van de Academie, naar het crematorium Ockenburg. De aula was bij binnenkomst al heel erg vol, maar we vonden nog zitplaatsen achterin de zaal. Ik zag geen bekenden maar stond daar verder niet bij stil.
Op enig moment vroeg iemand van de begrafenisonderneming of er nog sprekers aanwezig waren die iets over de overledene wilde zeggen. George sprong overeind en stak zijn hand op, maar iemand was hem voor en liep direct naar de microfoon. Deze preker begon met de aanhef ‘Onze Kees…’, waarop George, Jan en ik elkaar aankeken en zo snel mogelijk de zaal verlieten. Wij bleken veel te vroeg te zijn. Bij Nol zaten op de goede tijd in de aula, helemaal vooraan en George heeft een heel mooie toespraak gehouden!
Nol Kroes had een enorm gevoel voor humor en ik weet zeker, dat als hij zou hebben geweten wat ons was overkomen, hij krom zou hebben gelegen van het lachen!