Het diploma van George Lampe

– door Peter Gentenaar –

De vier jaar, 1964-1968, die ik op de Vrije Academie doorbracht als deelnemer zijn erg bepalend geweest voor het verdere verloop van mijn leven. De middelbare school was geen succes en de daarop volgende baantjes duurden nooit langer dan de proeftijd van twee maanden.

Op de Vrije Academie werd ik met rust gelaten en kon ik in mijn eigen tempo mensen en technieken leren kennen. George Lampe maakte de meeste indruk op me. Zijn lessen modeltekenen en schilderen brachten de Duitse impressionisten onder de aandacht. Hij organiseerde lezingen. Psychiaters, kleurenleer experts, Gerard van het Reve, en provo kwamen naar de academie. De breedte van zijn lessen en de manier waarop hij zich persoonlijk inzette voor de hele academie was indrukwekkend.

Kamperen op de Academie

Ik kampeerde lange tijd van 10 uur ’s ochtends tot 10 uur ’s avonds op de academie. De lessen van Ber Mengels en Gerard Lutz volgde ik graag. Na een paar jaar tekenen en schilderen ging ik beelden in was maken bij Rudi Rooijackers. De beelden goot ik af in aluminium cement. Het beeldhouwen wisselde weer voor lithografie met Aat Verhoog.

Het wisselen van techniek en begeleider maakte de academie interessant. Mijn huidige driedimensionale papieren beelden zie ik als een direct resultaat van dit vrije combineren van mensen en technieken.

In 1968 kreeg ik een beurs van de Italiaanse regering en ging beeldhouwen in Milaan aan de Academia di Brera. Ik kwam terecht in een studentenopstand op een vaak gesloten en een toen nog zeer klassieke academie. Ik liftte rond Italië en leerde Italiaans in Perugia.

Een diploma van George Lampe

Het jaar daarop ging ik mijn MFA halen aan het California College of Arts and Crafts in Oakland. Om daar toegelaten te worden had ik een academie-diploma nodig. De Vrije Academie gaf geen diploma’s maar toen ik Georg Lampe daarom vroeg, ontwierp hij direct een indrukwekkend diploma met stempels en handtekeningen waarmee ik aan mijn masters studie grafiek kon beginnen.

Na het behalen van mijn MFA moest ik terug naar Nederland. Mijn studievisum was verlopen en de oorlog in Vietnam zorgde ervoor dat de politie vaak je paspoort wilde zien.


Terug in Nederland met mijn vrouw Pat Torley bezocht ik de Vrije Academie weer om een grote ijzeren man in elkaar te lassen waarin een tekenfilm mechaniek verborgen zat. George Lampe was er van onder de indruk en vroeg of ik teken- en schilderlessen wilde gaan geven. Dat deed ik graag en met veel plezier, 17 jaar lang. Toen George kwam te overlijden, was ook het culturele klimaat in Nederland aan het omslaan. Het speelkwartier was over volgens Eelco Brinkman, toen minister bij WVC.

Van OR tot de Hollander

Onder de twee nieuwe directeuren die elkaar vrij snel opvolgden was het een aflopende zaak met de academie aan de Gheijnstraat. Een moeizame periode van bezuinigingen volgde. Directeur Frans Zwartjes, probeerde eerst een groot deel van de begeleiders te ontslaan. Daarop stapte ik naar het FNV die me de arbeidsrecht advocaat Daniel Schouwman toewees. Daniel maakte de ontslagen ongedaan.
Geschrokken door deze ontwikkelingen, richtte ik met een aantal collega’s een ondernemingsraad op. Een paar weken nadat de OR-leden waren gekozen, bleken ze – na een gesprek met de volgende directeur Bonies – geen belangstelling meer te hebben voor de OR.
Geen nood, ik schreef nieuwe verkiezingen uit en stelde alsnog een OR samen. Na twee maal een kort geding, waarbij Daniel Schouwman namens ons het woord deed, kwam er uiteindelijk een sociaal plan uit de bus waarbij iedere begeleider een bedrag per gewerkt jaar ontving bij ontslag.

Na mijn ontslag kon ik met dat geld de bouw van een door mij ontworpen papierpulpmolen de Hollander financieren.
Een paar jaar daarvoor vond ik een baan als docent papier maken en grafiek op de Willem De Kooning Academie in Rotterdam, waar ik tot mijn pensionering heb gewerkt.

Voor het vervolg van mijn verhaal verwijs ik je naar mijn website: www.gentenaar-torley.nl